"Wie was Mon Staes?"

"Wie was Mon Staes?"
Een schuchtere poging tot een minibiografie
Op 1 juni 1918 wordt Edmond Jan Staes (van in den beginne "Mon" genoemd) geboren in Mol-Sluis, als eerstgeborene van een landbouwersgezin met later negen kinderen: vijf jongens en vier meisjes. Marieke sterft echter vrij snel na de geboorte; Jef sterft als milicien op het oefenterrein (pas op het einde van zijn leven komt Mon de ware toedracht te weten).
Mon gaat naar het college in Mol, volgt zelfs Latijn-Grieks, toendertijd het mekka van de "slimmeriken". Wanneer hij in "de vijfde" (nu is dat "de tweede") zit, komt er bij de familie Staes-Van Hoof nog een tweeling bij. Noodgedwongen moet Mon het college verlaten om thuis te gaan helpen. Hiervoor was trouwens nog een speciale toestemming van de burgemeester nodig, cfr. de schoolplicht tot 14 jaar in illo tempore.
"Elk nadeel hep z'n voordeel" (J. C.): door deze harde leerschool leert Mon uitermate goed zijn plan te trekken, zowel in het huishouden als in het reilen en zeilen op de boerderij.
Daarna werkt hij nog "in den bouw" (Pieux Franki, in die tijd zwaar labeur), later zelfs nog in Brussel bij Delhaize, alwaar hij dan ook zijn "Frans" leert. Veel later kan hij dankzij z'n Brusselse "connecties" trouwens met het toenmalige huishouden een week naar de Expo 1958 trekken!
Op 22-jarige leeftijd wordt Mon facteur. Aanvankelijk in Dessel, Retie en Postel (momenteel nog steeds herinnerd als "Edmond-le-facteur" bij de familie de Broqueville). Vanaf 1941 echter de grote doorbraak: naar Mol en dan nog wel als extraatje de Heidehuizen, alwaar hij nog steeds virtueel aanwezig is.
"Jong en moedig": een icoon van een turnkring in die periode. Mon is hier actief en getalenteerd lid. Maar... ook een zekere "Emmeke van Frans Baten" van de Rozenberg. Voor een goed begrip toch enige toelichting: Frans Bakel is in feite Frans Peeters, zoon van een "bakel", toendertijd roepnaam voor een vroedvrouw en later dan verbasterd tot "baten". Haar overgrootmoeder (familie De Backer) komt trouwens uit "de Vlaanders" mee met de familie de Broqueville naar Postel, alwaar haar overgrootvader schoolmeester was. Over familiegeschiedenis gesproken... (n.v.d.r.: dit korte discours is maar peanuts vergeleken met de legendarische kennis van familiegeschiedenissen die Mon beheerste als geen ander, annex het vakkundig "expliceren").
Op 11 november 1944 stappen Emmeke en Mon in het huwelijksbootje (een typische uitdrukking in dat tijdperk, nu zou je zeggen "werden gematcht"). Aanvankelijk "woonden ze in" (alweer zo'n archaïsche term... ) bij grootmoe op de Rozenberg 51, waar Maaike, Frans en Jo geboren worden.
In tussentijd is Mon ook actief bij het lokale verenigingsleven, o.a. als wagenbouwer van de lichtstoet en als trommelaar bij de lokale fanfare. Tevens is hij als overtuigde katholiek actief in de parochie, met o.a. getrouwe deelname aan de processies etc.
Anno 1955 alweer een kantelmoment: de verhuis naar de Wandelweg 19, na enkele jaren metselwerk etc. met "Jan de metser" en co.
Het leven aldaar wordt alsmaar hectischer: de komst van Anita en Monique bij de familie Staes-Peeters: tante Melanie overlijdt in Congo bij de geboorte van Monique; Anita, 1 jaar oud, en boreling Monique dienen gerepatrieerd. De familieraad stelt afzonderlijke plaatsing voor (familie Huysmans - familie Staes), maar dit stuit op veto van Mon en Emma, met het gekende gevolg: Anita en Monique wonen gedurende vijf jaar ten huize Staes-Peeters als volwaardige en schattige zussen, "ons Anita" en "ons Monique".
Verschijnen dan ook nog Jan en Steven: "famille nombreuse"!
Ondertussen doet Mon naarstig verder: 's morgens voor dag en dauw naar de post en op ronde, 's middags snel wisselen van kledij (zeg maar "outfit") en naar het broek (hedendaagse stadstuintjes, maar dan in XXL-formaat), en daarnaast ook verder mede het huishouden runnen.
In tussentijd wordt dan ook de 13-jarige scholier Latijn-Grieks in Mon weer wakker en stort hij zich op intens studiewerk: hij schopt het tot "chef-facteur", later "adjunct-controleur", uiteindelijk "eerst aanwezige adjunct-controleur", het hoogste wat je als facteur kunt bereiken.
Ergens schuilt er in Mon ook een reisduif: zo gaat hij met de broers op autoreis naar Italië en naar Spanje; in die tijd nog een écht avontuur... .
Tot het volgende scharniermoment: de aankoop van de eerste auto bij de garage Deckx: een Ford Taunus 12 M, in 't wit en met rode zetels! Dit zorgt dan weer voor de legendarische shoppings naar Keulen ("garantie" dezelfde parkeerplaats naast de Rijn en dan te voet verder naar 't stad) met het spannende schmuggelen van schoenen, kledij, en vooral van Grundig-apparaten (destijds de top van radioapparatuur).
Hetgeen dan volgt is een a.h.w. big-bang technologische (r)evolutie bij de familie Staes-Peeters: een radio-portatif (draagbare radio ondersteund door baterijen), een heuse pick-up (zeg maar platenspeler), een cassettespeler (Google: "cassettes"), een telefoon (tegenwoordig een "vaste lijn" genoemd), zelfs een televisie met draaibare antenne, in die tijd min of meer revolutionair.
Jarenlang was Mon, en dus ook heel de familie, nauw verbonden met Oostende, waar tante Emma en nonkel Georges woonden. En daarbij de vele treinreizen, overvaarten met de "Oostende-Dover", de terrasjes in de stad met de cola's voor de kinderen en de Rodenbach-van-het-vat voor onze Mon.
Op z'n 63e gaat Mon met pensioen, maar zijn activiteiten blijven onverminderd verdergaan, met o.a. fervent dia's fotograferen (Google... ), regelmatige citytrips naar het huis van tante Emma in Oostende tesaam met "Emmeke", meestal "Tem" genoemd door Mon.
Niet te vergeten de magnifieke zorg voor tante Emma, die als hoogbejaarde in de toenmalige ouderlingenafdeling in de kliniek van Mol verbleef, idem dito betreffende tante Gerarda, één van de eerste bewoners van het wzc "Witte Meren".
Tevens gekend als de "commissionair-grand-cru-classé" van Mol, waar hij niet uit het straatbeeld weg te denken valt, je ziet hem geheid op één of ander kruispunt uitgebreid staan keuvelen.
De rest van het verhaal kennen jullie wel: een mooie "oude dag", geliefd tot en met door Jan en Alleman, en zeker door heel de familie.
Mon Staes: "a man for all seasons".